Een stukje geschiedenis

De Barzilay’s stammen af van de zogenaamde sefardische joden of “Sefardiem” (afgeleid van de bijbelse naam voor Spanje: Sefarad), dat zijn joden, die afkomstig zijn uit Spanje en Portugal. Ook wordt de term Portugese joden gebruikt, omdat Portugees hun voertaal was. In Spanje woonden al zeker vanaf de derde eeuw vóór Christus vele joden in de “Diaspora”, veelal omdat ze de vele politieke woelingen in de Kanaän moe waren.

Verbanning uit Spanje
In 1492 werden alle joden uit Spanje verbannen; één van de meest ingrijpende gebeurtenissen uit de geschiedenis van de joden. Hoewel er in 1391 al een grote slachting onder de joden in Spanje had plaatsgevonden, was Spanje het allerlaatste christelijke land waar nog grote groepen joden leefden. Waarschijnlijk zo’n 200.000 joden leefden er in betrekkelijke welstand. Velen behoorden zelfs tot de elite van de bevolking als artsen, regeringsfunctionarissen, zakenlieden, enz.

Op 30 maart 1492 werd er echter een verbanningsedict tegen hen uitgevaardigd en voor of op 31 juli hadden zij allen de doop aanvaard of waren in ballingschap gegaan.

Velen werden verbannen en zelfs verbrand; er speelden zich tonelen van afschuwelijk geweld af.

Vlucht naar Portugal
Het grootste deel, naar schatting meer dan 100.000, nam de gemakkelijkste weg en vluchtte naar Portugal. Dat was echter geen verstandige beslissing, want vijf jaar later werden alle joden in Portugal onder druk van Spanje onder dwang gedoopt. In 1536 werd ook in Portugal de Inquisitie ingesteld, die de onder dwang gedoopte joden scherp in de gaten hield. Velen werden verbannen en zelfs verbrand; er speelden zich tonelen van afschuwelijk geweld af. Veel joden verkozen inderdaad de doop boven de dood of ballingschap. Deze ‘nieuwe christenen’ werden minachtend ‘marrano’s’ (zwijnen) genoemd. In het geheim behielden de meesten van hen echter nog wel de joodse identiteit. Maar als het mogelijk was emigreerden ze naar ‘veilige’ landen, ondermeer naar Brazilië en Frankrijk. Ruim een halve eeuw later kwamen sommigen van hun afstammelingen als kooplieden naar de Republiek der Verenigde Nederlanden. Zij vestigden zich in Amsterdam, van waaruit zij, onder andere via Lissabon, handel dreven in suiker en tabak uit Brazilië en diamant, specerijen en katoen uit India. Eenmaal in Amsterdam gevestigd keerden ze vaak terug tot hun oorspronkelijke joodse geloof.

Getto in Venetië

Getto in Venetië
Een aantal joodse ballingen, waaronder waarschijnlijk onze voorouders, werden opgenomen door Italië, hoewel het daar niet zo veilig was. Grote delen van Italië kwamen namelijk ook onder Spaans bestuur en in Noord-Italië was er ook grote vijandschap jegens joden onder invloed van de Contra-reformatie.

Halverwege de 17e eeuw hokten er in het grootste getto al ongeveer 5000 mensen samen.

Eén van de grootste jodencentra was Venetië. In 1516 werden hier de joden voor het eerst ondergebracht in een afzonderlijke wijk op het eiland Lunga Spina, waar zij ’s nachts niet uit mochten; totaal afgesloten door een muur met poorten: een ‘getto’ dus. Het woord ‘getto’ is waarschijnlijk dan ook afkomstig uit Venetië. Er ontstonden in Venetië zelfs twee getto’s, die spoedig overbevolkt raakten. Er was een grondig gebrek aan hygiëne. Halverwege de 17e eeuw hokten er in het grootste getto al ongeveer 5000 mensen samen. Het gebeurde regelmatig, dat de heerser uitbreiding van het getto verbood, zelfs wanneer de bevolking begon aan te groeien, zodat de joden zicht verplicht zagen op de bestaande huizen verdiepingen te bouwen. Niet zelden stortten er dan ook woningen in elkaar. Maar dat neemt niet weg, dat deze joodse gemeenschap welvarend was. Veel van de bewoners waren actief als geldschieters, omdat ze door oneerlijke concurrentie door de christenen voor andere baantjes niet in aanmerking kwamen. Maar het muziekleven stond op een hoog peil. Het Venetiaanse getto herbergde het beste conservatorium van Italië! Er is ook geen andere Europese stad, waar op dit moment zóveel joodse monumenten te vinden zijn.

De meeste joden trokken echter naar niet-christelijke landen als Marokko en Tunis, waar ze van de Islam niet te duchten verwachtten. Maar al gauw werden ze daar ook onderdrukt en behoorden ze tot het armste proletariaat.

Vlucht naar het noorden
Maar zoals gezegd trokken veel “marrano’s” met hun mantel van christendom naar veiliger oorden als Brazilië en Frankrijk. Maar ook naar tolerantere christelijke centra als Amsterdam, Antwerpen, Londen en Hamburg. Gezien het feit, dat er in ieder geval in de 17e eeuw al Barzilay’s in Amsterdam woonden, waren daar ook al mensen met die naam bij. Wellicht dat er verdeeldheid in de familie was geweest: sommigen weigerden zich te laten dopen en trokken naar Italië en kwamen zo in Venetië terecht, anderen lieten zich wél dopen en trokken naar Brazilië of Nederland en kwamen zo in Amsterdam terecht.

De Portugese joden in Amsterdam werden een hechte gemeenschap

Maar omdat er ook veel joden in latere stadia van Amsterdam naar Venetië zijn getrokken en hun nazaten weer terug naar Amsterdam is dit allemaal nog giswerk.

De Portugese synagoge in AmsterdamDe Portugese joden in Amsterdam werden een hechte gemeenschapDe Portugese joden in Amsterdam werden een hechte gemeenschap

Na enige tijd legden de ‘marrano’s’ in Nederland doorgaans de christenmantel dan weer af en konden weer hun joodse godsdienst belijden. Zeker in Nederland kregen zij heel veel vrijheid van godsdienst. De Portugese joden in Amsterdam werden een hechte gemeenschap en in 1675 werd de synagoge van de Portugees Israëlische Gemeente (Kehilla) ingewijd.

Deze synagoge is ook nu nog in gebruik en is, aan het Mr. Visserplein, één van de belangrijkste monumenten van Amsterdam. In die tijd bestond al zo’n 10% van de Amsterdamse bevolking uit Portugese joden ofwel “marranen”.

… heel excentrieke, wat gekke mesjoggene figuren …

De Portugese joden waren zeer zelfbewust en beschouwden de Duitse en Poolse joden, die later op een slof en een schoen naar Nederland kwamen met superioriteit en een dédain. Ze voelden zich er mateloos boven staan. Maar in de loop van de 18e eeuw kwamen de Duitse en Poolse joden door hun daadkracht tot grote welstand en gingen de Portugese joden er op achteruit. Er is altijd kinnesinne gebleven tussen de beide groepen. Ze scholden elkaar uit voor “Vrotte Tedesco’s” en “Mesjoggene Portugiezen”. Dat laatste klopte wel vaak, want er kwam nogal veel inteelt voor onder de Portugese joden. Want het was eigenlijk vanzelfsprekend, dat een marraanse jongen met een marraans meisje trouwde. En onder invloed van die jarenlange inteelt kwamen er onder de Portugese joden soms heel begaafde, maar dikwijls ook heel excentrieke, wat gekke mesjoggene figuren voor…